zondag 28 februari 2016

Artikel 17

Art. 17
Van Buchtsschuur gaat de grenslijn op een piketpaal, zuid-oostelijk bij het op Hanoversch grondgebied staande bakhuis van den Nederlandschen bouwman Rotman; van daar op het Weekkebrook over een stuk gronds, de Horst genaamd, circa vijf ellen zes palmen Nederlandsch of een en een halve rijnlandsche roeden ten noordwesten van de buitensloot; verder op een paal, circa vijf en veertig Nederlandsche ellen twee palmen of twaalf rijnlandsche roeden, zuid-oostelijk van den boer Waaner, onder Lage wonende, in het veld; alsdan op eene kleine brug of bolle, oostelijk van den Hanoverschen boer Brookhaus; van daar op een punt in het zoogenaamd Kupersveld, verder op eenen naauwen rijweg, genaamd de ruwe steeg en wel daar, waar dezelve zich kromt, dicht bij het hek van Kupersveld; en eindelijk in regte lijn over de oude huisplaats of tuin van den boer Seize en over een slagboom of hek bij Maatmans huurhuis, op den schoorsteen van het woonhuis des Hanoverschen landmans Maatman.
Van hier in regte lijn op het zoogenaamd Spiek- of Dinkelvonder; verder regt over de landen van den bouwman Drost van Hesinge en Voelman, over den hof van den Nederlandschen bouwman Rupen, tot aan den slagboom aldaar. Verder in regte lijn, tusschen de Haller en Hesinger Velden heen, door de kamp van den bouwman Warsman te Halle, het Warsings-eiland genaamd; voorts door de Hesinger gemeente velden op een steen zonder jaartal of teeken, die in den wal eener weide staat, de Paardenmate genaamd, aan den weg van Ootmarssum naar Ulsen; van dezen steen in regte lijn door de landen van Holthuis en het Hallerveld, alsmede door de landen van den bouwman Schadebusch bij zijn huis, over de oude huisplaats op den vijver of waterpoel van denzelven; vervolgens in dezelfde rigting door het Hesingerveld, op den zoogenaamden visvijver van den Scholte te Nielingen. Van hier verder in westelijke rigting, door de landen van gezegde Scholte en het Paardeveld, regt op den steen op den zoogenaamden Paalbult of Paalberg, en dan noordwaarts en westelijk van het huis van den boer Paus Westerhof, regtuit over een heuvel, de Galgenbult of Galgenberg genaamd, op den steen aan de zoogenaamde Brandbult staande, in de nabijheid van de zoogenaamde Manderströhe, ook Manderskamp genaamd; verder in westelijke rigting door het heideveld en noordelijk langs Veldkuperskamp op een keisteen aan Veddeler Ströhe of Kamp, noordelijk van de Manderströhe of Kamp liggende; van hier in regte en wel westelijke richting door het heideveld, hetwelk ten zuiden der grenzen het Wagenbosch heet, op eenen steen, zonder merkteeken, in het veld aan den weg naar Almelo, niet verre van Gootjan; verder in regte lijn door het heideveld, de Mandelkante en het Manderveld genaamd, alsmede dwars over de wegen van Almelo naar Getelo, van Mander op Getelo en over den dwars Venneweg, op eenen steen in de Topheide, ook steen in de Geteler Ruwe genaamd en van hier in regte lijn op eenen steen aan de Manderhondegraft. De naaste steen, waarop de grenslijn regtaan loopt, bevindt zich aan de Dwarsbekke of Kattenonland, ook Kommerkamp genaamd en van hier gaat dezelve op eenen steen, bij de zoogenaamde Geteler Suze of Oudweitzenland, tusschen beide ook al Kommerkamp genoemd. Van hier op eenen steen in Heidenhoek aan Scholtenkamp of ten zuiden van Schuurmans- of Heringskamp achter Brinksmate staande; voorts in regte lijn, noordwestelijk aan de Eldersgracht langs, op het punt waar deze gracht de Gotterbeek doorsnijdt en van daar regt op den steen aan den zoogenaamden Muntjesberg.

Artikel 18

Geen opmerkingen:

Een reactie posten