zondag 8 november 2015

Artikel 26

Art. 26
Van het in Art. 24 laatstgemeld punt gaat de grenslijn, ingevolge de bepalingen van het grensverdrag van 26 Augustus en 9 September 1801, tusschen het toenmalig landschap Drenthe en het graafschap Bentheim gesloten, op den steen met n°. 15 gemerkt, alwaar de Swiersmate, de Vier Dagwerken van Dalhof en de Buckhorst aan elkander stooten; verder op de steenen n°. 14 en 13, welke aan de beide hoeken der aan den Coevordschen Marsch gelegen zoogenaamde wilde toeslag of Brugmansmate staan; dan op den steen n°. 12, bij het zoogenaamd Hesselgat, aan den zuidwestelijken hoek van den Coevordschen Marsch; van hier langs de om denzelven zich bevindende sloot door het broek en de weilanden, de Heege genaamd, op den steen n°. 11, welke aan den noordelijken hoek van het Herskampje staat; voorts in regte lijn op den steen n°. 10 in de Hege of Zevenslage staande, en verder op den aan den uitersten westelijken hoek van Schipper Borgbrinks kamp staande steen n°. 9, blijvende deze kamp geheel Hanoversch; van het laatstgemeld punt op den steen n°. 8,

Er is wat verschil van inzicht ontstaan over de Duitse uitstulping in Nederland bij de palen 142, 143 en 144 (Schipper Borgbrinks kamp "blijvende deze kamp geheel Hanoversch", aan de zuidkant daarvan destijds de palen 8 en 9) Gevolg van dat verschil van inzicht is het uitroepen van de Vrijstaat Wonderland, daarvoor Vrijstaat Beukeveld en ook al Eurostaete genoemd. Kaart van Topotijdreis.nl, hier rond 1950. Met dank aan @ingmario die mij weer aan deze kwestie herinnerde.

In 1840 zag het er zo uit. Kaart van Topotijdreis.nl.
De toestand in 1825 bij het plaatsen van de afgesproken grenspalen.
NL-HaNA, BuZa 1813-1870, 2.05.01, inv.nr 3755


die aan den zuidelijken hoek van gezegde Schipper Borgbrinks kamp staat, dan op den steen n°. 7 in de zoogenaamde Vrouwenmate; verder op den steen n°. 6, welke op den weg van Coevorden, tegen over den uitersten hoek der gezegde zoogenaamde Vrouwenmate staat; van hier op den steen n°. 5, op genoemden weg, tegen over de Wesselinksche gracht; verder op den steen n°. 4, aan het punt waar de water- en galgematen te zamen loopen: van daar op den steen n°. 3 , die zich aan den hoek van Wesselinks hooge mate bevindt; alsdan op den steen n°. 2, op den hoek der Stalveskamp, aan den bouwman Iken toebehoorende, en eindelijk langs de westelijk gelegen bevreding van de grondstukken der Bentheimsche bouwlieden Iken en Bus, tot op den steen n°. 1, bij het zoogenaamde Schoonebeker-diep, aan de sloot der mate van den Kooter Buss, van waar de Aa, ook Schoonebeker-diep genaamd, volgens haren tegenwoordigen krommen loop, tot aan de zoogenaamde Twist, de landsgrens uitmaakt.
Bij het begin der Twist, en wel bij de aan elkander stootende hoeken der gronden van G. Steffen, G. Slaats en J. Niers, deelt zich de Aa in de zuider- en noorderstrangen of beken, waarvan de zuiderstrang de gemeenschappelijke grens uitmaakt, tot aan den steen, welke, ten gevolge der overeengekomen en hierna omschreven deeling van het compascuum in de Twist, op den linker oever van de zuider-Aastrang, tegen over het zuideinde der deelingslijn zal worden geplaatst. Deze steen zal alsdan het laatste grenspunt tusschen de provincie Drenthe en het graafschap Bentheim, en de aanvang der grenzen tusschen de evengenoemde provincie Drenthe en de kreits Meppen zijn.

Artikel 27

Geen opmerkingen:

Een reactie posten