vrijdag 5 juni 2015

Artikel 36

Art. 36

Van den steen no. 13 aan de Lethervleugeldijk of Heerenveendijk, waar voorheen de grenzen tusschen Oostvriesland en Munster aanvingen,

Op deze kaart uit 1691 is duidelijk het drielandenpunt Groningen-Ostfriesland-Münster te zien. Langs de grens loopt, bruin aangegeven, de leidijk. Münster wordt hier "Westphalen" genoemd. Vindplaats kaart: NL-HaNA, Raad van State, 1581-1795, 1.01.19, inv.nr. 2322
Paal 186, ooit stond hier steen 13. De oorspronkelijke steen 13 was de laatste in de reeks van 13 die in 1784 op de grens met Münster waren geplaatst. Er staan nog een aantal van de oorspronkelijke palen, deze hadden een kruisvorm. Zie bijvoorbeeld paal 170, de zesde paal in de reeks van 13.
 Over de juistheid van de plaats van paal 186 zijn bij mij wat vragen, in 2006 lijkt de paal op een andere plaats, wel in de directe nabijheid, te hebben gestaan. Het is maar de vraag of de paal nu nog op het exacte drielandenpunt Nederland-Ostfrieslandt-Münster staat. Navraag bij het Kadaster, de hoeder van de grens, is gedaan.
wendt zich de grens noordwestelijk langs de gemeenschappelijke Moorsloot, hebbende ten noordoosten de moerassen en de huizen van de weduwe Meidel, H. Albers en Gerrit Priet, op Hanoversch grondgebied en ten zuidwesten de Letherlanden op Nederlandsch gebied, welke Moorsloot, tegen over de landen van Bellinga en Tiebes, de van Lethe komende Moorsloot opneemt en dan verder, als gemeenschappelijke grenssloot in noordelijke rigting, tusschen de Nederlandsche gronden de Ham, de Hamdijk en Boneschans en de Hanoversche privaatgronden van het Wijmeerster Zijlacht, tot aan de om de buitenwerken van de Nieuwe of Langakkerschans gaande grenssloot, ten oosten dier vesting, de grens uitmaakt.


Grenspaal 192-I in de Moersloot, de Duitse paal is goed te zien. De grens heeft op dit punt een kleine inham in Duitsland, op deze plaats heeft ooit de Booneschans gelegen.
Van daar gaat de grenslijn langs deze grenssloot, welke op Hanoversch gebied eene keerkade of kaaijing heeft. Alsdan wendt zich de grens aan de oostzijde van de nieuwe schans, zuidoostwaarts langs den noordelijken oever van het door Bunder-Nieuwland voerende kanaal of Griffe naar den ouden dijk, ook Heerenweg of Bunderdijk genaamd, en zuidelijk langs dezen dijk tot aan den Heerenpaal, boven het huis van Thomas Goman; van daar gaat de grens verder tusschen de Linteloo-polder, of de plaats van Waalkens en de Charlotten-polder, in noordwestelijke rigting, langs het midden der gemeenschappelijke Heerensloot, tot in de Aa.

Oost Friesland wilde rond 1689 een nieuwe uitwatering aanleggen om het water uit het Bonder Nieuwland (Bunderneuland) af te voeren richting Dollard. Naar de mogelijk gevolgen voor de vesting Langakkerschans  werd door de Staten-Generaal en de Raad van State een onderzoek ingesteld, uit te voeren door de gecommitteerden Hendrik Bentinck, landdrost van Salland, namens de Staten-Generaal, en, namens de Raad van State, Martinus van Scheltinga, grietman van Lemsterland, en Cornelis Schaij, raadsheer van Groningen. Bovenstaande kaart met daarop ingetekend de nieuw te graven uitwatering is daarbij opgemaakt. Als we dat vergelijken met de huidige toestand, hieronder, lijkt het er op dat Christina Charlotte van Württemberg, vorstin van Oost Friesland en regentes voor haar zoon George Christiaan, haar uitwatering heeft gekregen. De nieuwgegraven uitwatering loopt pal langs de grens en dan met een bocht naar de Westerwoldse Aa.
Nationaal Archief, Den Haag, Staten-Generaal, nummer toegang 1.01.02, inventarisnummer 8921:Verbaal van de gedeputeerden Hendrik Bentinck, heer toe Werkeren, Martinus van Scheltinga en Cornelis Schaij wegens hun bezending aan de raden van Oost-Friesland in verband met een inspectie van de Oude Bonder-Nieuwlandse uitwatering door de Langakkerschans alsmede van de nieuwe afwatering door de ingelanden te maken door de Vorstelijke polder., 1689 september 26 - 1690 februari 14. 
De huidige situatie

Dit zou dan die nieuw gegraven uitwatering zijn. Overigens kwam er pas in 1700 een akkoord met de stad Groningen over deze uitwatering


Van het punt af aan, waar de zoogenaamde Heerensloot tusschen de Nieuwe Schans en Hemsenszaagmolen in den regter-oever des Aa-strooms insnijdt, gaat de grenslijn langs den dalweg van deze rivier tot nabij de Statenzijl, waar dezelve oostwaarts uitspringt en langs de sloot loopt, welke om het, ingevolge artikel 4 van het in dato 3 November 1706 tusschen Groningen en Oost-Vriesland gesloten convenant, aan de Nederlanden afgestaan stuk gronds, is gegraven. Dit ten oosten van de Statenzijl gelegen stuk gronds is te dier tijd, ter breedte van veertig Rijnl. roeden, en ter lengte van zestig Rijnl. roeden, dwars over den dijk gemeten en de sloot daaronder gerekend, afgegraven geworden. De buiten naar den Dollard heen, en aan de oostzijde van de Aa liggende aanwas, blijft dienonverminderd, ingevolge voorschreven convenant, Hanoversch eigendom en grondgebied.
Van daar, waar de om gemeld stuk gronds loopende sloot, beneden de Staten-Zijl, weder op de Aa stoot, maakt de Dalweg van dezen gemeenschappelijken stroom tot aan het terminus a quo in den Dollart, verder de landgrens uit.


Artikel 37

Geen opmerkingen:

Een reactie posten