zondag 17 januari 2016

De brug die verdween

Afspraken over grenzen houden ook afspraken in over het over grenzen heen gaan. Meestal ging dat lopend of zittend op een bok en over land. Wanneer water de grens vormt varend of lopend door (als het water niet al te diep was, zoals bij Coevorden waar koeien gemakkelijk door de voorde konden lopen) of over het water. Dat laatste over het algemeen dan met een brug als hulpmiddel.

Soms is afgesproken dat er een brug geslagen wordt over het grenswater. of het water langs de grens. Bij Nieuweschans was dat het geval, in het tractaat van 1824 werd in artikel 38 afgesproken dat er een brug zou komen:
Van den Heerenpaal af aan wendt zich de nieuw te graven kanaallijn noordwestelijk langs de landsgrenzen of zoogenaamde Heerensloot, doorsnijdt den weg van Hemsens zaagmolen naar de Nieuwe Schans bij de plaats van Waalkens, alwaar een houten brug zal gelegd worden, en valt bij de noordoostelijke punt van de plaats van Dethmers in het oude Wijmeersterdiep. Dit wordt hier naar de Nieuwe Schans toe, tegen alle overstrooming zeker afgedamd. 
Die plaats van Waalkens is eenvoudig te vinden, ook al bestaat hij niet meer. Kaarten bieden altijd een uitkomst:


Beide kaartjes komen van Tijdreis, een mooie pagina van het Kadaster
Boven de situatie in 1897, de plaats van Waalkens zo ongeveer aan de Heerensloot. Helemaal actueel lijkt deze kaart niet: het Wymeerer Sieltief is kort na 1824 gegraven maar niet op deze kaart te zien. Onder de situatie 2015, Waalkens is weg (op die plaats is nu een camping te vinden), het Wymeerer Sieltief (de nieuw te graven kanaallijn) is duidelijk te zien en op beide kaarten is er met wat goed kijken een brug over het Wymeerer Sieltief te zien. De Heerensloot, die de grens vormt, staat niet meer op de kaart. Van de brug loopt er een landweg de Charlottenpolder in. Niks aan de hand lijkt het: 1897 en 2015 zijn zo ongeveer identiek.

Maar de situatie bij de buren veranderde en in 1935 is er kwestie. Op 21 november versturen Botjes, Pott, Smeenge en Bolhuis, inwoners van de gemeente Nieuweschans en van de Duitse Charlottenpolder, een brandbrief naar Zijne Excellentie de Minister van Buitenlandse Zaken: de Duitsers hebben de brug weggenomen en de bevoegde Duitse autoriteiten weten dat die brug ook niet meer teruggelegd zal worden. Botjes heeft zijn boerenbedrijf in de Charlottenpolder liggen, Pott heeft een zaak te Nieuweschans en de zaagmolen in de Charlottenpolder is ook van hem, Smeenge en Bolhuis wonen bij de zaagmolen en hun kinderen gaan school in Nieuweschans. Voor allen wordt het nu dus uren omrijden/lopen met alle kosten en ongemakken van dien. Die brug moet terug, dus, Excellentie, doe je werk en maak de Duitsers duidelijk dat zij de brug weer moeten leggen!

De brief van Bottjes c.s. geschreven door Bottjes
De minister reageert vlot, tenminste zijn ambtenaren. Er wordt 28 november een verzoek om informatie naar de minister van Binnenlandse Zaken gestuurd, immers die minister is in de positie om de nodige inlichtingen te vragen aan Gedeputeerde Staten van Groningen en aan de burgemeester van Nieuweschans en heeft verder een belangrijke rol in het vaststellen van de rijksgrens. Een antwoord van Binnenlandse Zaken laat echter op zich wachten, de rappels volgen elkaar op: 30 januari, 21 februari, 28 maart en nog steeds geen reactie. Uiteindelijk, in april, besluit de secretaris-generaal van het ministerie van Buitenlandse Zaken de minister te vragen persoonlijk zijn ambtgenoot van Binnenlandse Zaken aan te schrijven. Het antwoord van de minister daarop: "De Minister van Binnenlandse Zaken heeft mij toegezegd persoonlijk de afdoening te zullen bevorderen".

De notitie van de SG aan de minister van Buitenlandse Zaken, in het blauw het antwoord van de minister
Dat werkt. Op 29 april 1936 komt er antwoord. Kort samengevat schrijft de minister van Binnenlandse Zaken dat volgens het verdrag de brug er gewoon moet zijn en dat de Duitsers de verdragsbepalingen hebben overtreden. Het door de Landrat in Leer gegeven motief dat er geen algemeen Duits belang aan de brug verbonden is, is volgens Binnenlandse Zaken geen rechtsgrond om eenzijdig van de verdragsbepalingen af te wijken. Daarnaast gaat de minister van Binnenlandse Zaken, naast de verdwenen brug, op nog een aantal grenskwesties in.

Ondertussen lijken Botjes c.s. niks gehoord te hebben, op 3 november 1936 komt er tenminste een brief van Botjes bij Buitenlandse Zaken binnen met het verzoek bij de Duitse regering op spoed aan te dringen. Met een brede plank over het Diep zijn Botjes c.s. al enorm geholpen en daar wil volgens Botjes de Landrat best aan meewerken.

Buitenlandse Zaken bezint zich en er gaat 18 november een missive naar de Nederlandse gezant in Berlijn. Voor de politieke oplossing werd gekozen, niet voor de technische langs de deskundigen die samen met Duitse deskundigen al grenskwesties aan het behandelen waren: de deskundigencommissie had al moeilijkheden genoeg met het oplossen van allerlei andere grensproblemen. De gezant schreef daarop een "Verbalnote" aan het Duitse Auswärtige Amt over de brugkwestie en over het Duitse verbod over de rechteroever, noordelijke, oever van het Sieltief te lopen.

De Duitse reactie was er eind februari 1937, over de brug dit:

  • de brug was bouwvallig en voldeed niet meer aan de veiligheidsvoorschriften
  • het Wymeerer Sielacht zou een voetgangersbrug leggen maar heeft dat niet gedaan want 
    • er werd gesmokkeld en daarom moet er meer bewaakt worden
    • de brug werd amper meer gebruikt
    • het Nederlandse grondbezit in Duitsland was al jaren verpacht en daarom hoeven er geen Nederlandse arbeiders meer over de brug
    • de in Duitsland wonende Nederlanders kunnen hun kinderen ook over de weg langs de Zollstrasse bij het Zollamt Bunderneuland naar school laten lopen.
De Duitsers gingen bij hun antwoord dus niet in op de vraag of de verdragsbepalingen werden overtreden en die brug was nergens goed (meer) voor.

Buitenlandse en Binnenlandse Zaken gaan schriftelijk in overleg. Buitenlandse Zaken besluit dan toch maar de kwestie in handen te geven van de Technische commissie inzake grensaangelegenheden met Duitsland en de gezant krijgt opdracht dat in Berlijn voor te stellen. Ondertussen heeft Botje in juli in een persoonlijk onderhoud op Buitenlandse Zaken en in een brief in september nog maar weer eens op een oplossing aangedrongen.

De gezant krijgt dan een reactie van het Auswärtige Amt: in de Technische commissie bespreken is prima, maar die brug komt nicht in Frage.



Een kleine misser van het Auswärtige Amt hier: deze Verbalnote had niet verstuurd mogen worden met deze laatste passage en de gezant kreeg dan ook het verzoek deze Verbalnote te retourneren. Een andere Verbalnote werd 3 december 1937 toegezonden, aanmerkelijk beleefder gesteld en zonder deze laatste passage. Zoals een goed gezant betaamt is de eerste Verbalnote geretourneerd, echter niet zonder eerst een afschrift te maken en dat naar Den Haag te sturen. Verder was het natuurlijk volkomen duidelijk: die brug komt niet terug, maar ga je gang als je er het in de commissie (in het Duits: "deutsch-niederländischen gemischten Ausschuß für Grenzangelegenheiten") over wilt hebben.

De Nederlandse leden van de commissie (A. van der Deure,, Houben, C.E.W. van Panhuys) hadden intussen al aan de Director der Reichsgrenzstelle te Berlijn, Krause, gemeld dat de kwestie in de commissie aan de orde zou moeten komen. Krause vond dat prima, maar over een hulpbrug geen woord. Wel zou Krause als zijn persoonlijke mening hebben gezegd dat Duitsland inderdaad de bepalingen van het tractaat aan zijn laars leek te lappen. De Nederlandse commissieleden hadden zelf inmiddels geconstateerd dat een plank als noodbrug niet zou helpen, het Wymeerer Sieltief was daarvoor gewoon te breed.


Nu bleek overigens ook dat van de vijf bruggen die er hadden moeten zijn volgens het tractaat er nu nog maar twee over waren. Wat ambtelijk heen en weer schrijven leverde op dat de kwestie tezamen met een aantal andere zaken gewoon rustig in de commissie besproken moesten worden en aandringen op herstel van de brug moest maar niet gebeuren. Klaarblijkelijk is dat ook niet gebeurd, de commissie heeft samen met deskundigen op 23 februari 1938 in en bij Nieuweschans een goed gesprek gehad met als resultaat voor de brug dat die voorlopig niet terug komt.


Binnenlandse en Buitenlandse Zaken stemmen daar maar mee in. Trekken aan een dood paard levert niks op immers. Botje c.s. worden uiteindelijk na nog een brief van Botje ingelicht dat de brug niet meer terugkomt. Botje probeert het nog één keer met als argument dat smokkel niet meer kan omdat er meer Duitse commiezen zijn gekomen, maar hij krijgt daarop op 11 oktober 1938 duidelijk te verstaan dat die brug weg is en blijft. Drie jaar lang hebben ambtelijke en diplomatieke molens langzaam gemaald en geen nieuwe brug opgeleverd.

Het waarom van het weghalen van de brug is mij niet echt duidelijk. Mogelijk is er nog een Duits dossier waaruit blijkt wat de reden is. Dat kan inderdaad heel simpel zijn: achterstallig onderhoud en geen belang bij herstel. Het kan ook gewoon spierballenpolitiek zijn: wij Duitsland doen wat wij willen en jullie Nederland kunnen daar niks aan doen.

De situatie nu? Er ligt een brug, een mooie voetgangersbrug waarop proefondervindelijk vastgesteld is dat elkaar passeren als er sneeuw op ligt niet echt gemakkelijk gaat. Voor zover ik weet heeft de brug nu geen naam. Misschien is het iets voor de gemeente Oldambt, als opvolger van de gemeente Nieuweschans, om bij de Gemeinde Bunde of het Duitse waterschap de naam Botjebrug voor te stellen?

Op 21-01-2016 van dhr. H.-A. Meijer te Bad Nieuweschans vernomen dat de nieuwe brug al een naam heeft: de Noaberbrug. De brug is gelegd eind jaren '80 als onderdeel van de toeristisch route Nieuweschans - Bunde.



Overigens heb ik niet heel erg grondig uitgezocht of het over deze brug gaat: beschrijving en kaart klopt, Waalkens was er, het Sieltief was er, de brug was er en de landweg achteruit de Charlottenpolder in ook. Verdere exacte plaatsaanduiding ontbreekt in het dossier.

Voor het goede beeld: het grupje links is de Heerensloot en vormt de grens, het water rechts is het Sieltief en ik sta bovenop de dam tussen beide. Op de achtergrond de brug die verdwenen was
Het door mij geraadpleegde dossier is hier te vinden: Nationaal Archief, Den Haag, Ministerie van Buitenlandse Zaken: A-dossiers, nummer toegang 2.05.03, inventarisnummer 983

Geen opmerkingen:

Een reactie posten